Foto hierboven: Besham, Pakistan, op de Karakoram Highway. Ik in m’n zeiknat geregende shalwar kameez.
Informatiepagina’s > Fietsen > De bagagefiets
Inleiding
Dit is een interessante tijd om een bagagefiets te kopen. Vooral de groeiende populariteit van bikepacken (off-road rijden met een minimale, hoge bagage-setup) is goed nieuws voor het bagagefietsen, omdat het laat zien dat je ook zonder de traditionele setup van voor- en achtertassen de wereld over kunt. Het bikepacken brengt daarnaast innovaties mee in frames, sturen, dragers en tassen die er in het traditionele bagagefietsen al jaren niet meer zijn. Bikepackers willen een fiets waarop ze hun spullen kunnen laden, die geschikt is voor ruw terrein en waarop ze comfortabel fietsen. Dat is ook wat bagagefietsers willen, al fietsen die minder geitenpaadjes en meer asfalt. Rohloff-versnellingsnaven, schijfremmen, naafdynamo’s en niet-rechte sturen waren nog nooit zo populair als nu. Wanneer je in de markt bent voor het kopen van een bagagefiets heb je door die ontwikkeling een grotere keuze uit fietsen die geschikt zijn voor wat je gaat doen.
Trends veranderen en gaan heen en weer. Wat twintig jaar geleden old school was, is grotendeels terug. M’n Snel Cruiser 28″ – chromoly-staal, drop bar (racestuur), 28 inch wielen – was tijdens onze reis naar Nepal een buitenbeentje naast alle alu semi-mountainbikes (hybride heette dat toen) met 26 inch wielen en noppenbanden die we onderweg tegenkwamen. Maar kleine wielen zijn weer verdwenen, de kijk op banden veranderd. Staal is allesbehalve verdwenen, drop bars zijn terug op gravelbikes en bikepacking-fietsen, aan het voordeel van grotere 28 inch wielen twijfelt geen bagagefietsbouwer meer.
Blijf zelf nadenken bij de keuze en samenstelling van je fiets. Ga je eigen weg, dat doe je straks op reis ook, en luister naar meerdere verhalen over wat de ideale fiets is. Hieronder vertel ik je het mijne.
Bagagefiets?
Wat voor de één een vakantiefiets is, is voor de ander een reisfiets of een trekkingfiets. Of een toerfiets. Of een randonneur. Hoe je het beest ook noemt, het gaat om een fiets waarop je je spullen laadt om naar Hoenderloo of Hyderabad te fietsen. Een fiets voor jou en je bagage. Een bagagefiets dus. Dat klinkt niet al te sexy, maar dat zijn Hoenderloo en Hyderabad ook niet.
Uitgangspunten en eisen
Uitgangspunten
Mijn bagagefiets is een fiets:
- waarmee ik langere tochten maak: weken, maanden, soms jaren. Relevant omdat langere tochten hogere eisen stellen aan de betrouwbaarheid en slijtvastheid van onderdelen;
- waarmee ik (in alle redelijkheid) elk type weg aankan waarover ik met bagage zou willen fietsen: goed verhard, Italiaans asfalt, gravel, split, aangereden zand en Duitse Waldwege. Die mogelijkheid geeft me maximale vrijheid bij de keuze van routes, landen en bestemmingen;
- waarmee ik ook in gebieden fiets waar fietsonderdelen niet of slecht verkrijgbaar zijn. Dat is van invloed op de keuze van onderdelen;
- waarop ik het merendeel van m’n bagage in fietstassen vervoer: mijn fiets heeft een achterdrager. Je kunt je bagage verdelen over een reeks kleinere tassen die je op slimme manieren aan het fietsframe vastmaakt, dat heet bikepacking, maar ik kies voor een tussenvorm. Geen enkele bikepackingtas heeft de inhoud van een traditionele achtertas, die inhoud heb ik nodig.
Eisen aan een bagagefiets
Een bagagefiets heeft als doel om jou en je uitrusting over lange afstanden, over – in alle redelijkheid – elk type weg en door ontwikkelde en minder ontwikkelde gebieden te vervoeren. Dat doel stelt eisen aan zo’n fiets:
- Een bagagefiets is sterk.
Want Door het gewicht van de bagage dendert elke ribbel extra door in frame, wielen en dragers. Die moeten dat niet alleen aankunnen, maar met gemak aankunnen. Een bagagefiets moet niet alleen sterk zijn voor de kuilen en keien die je ziet, maar vooral voor de gaten in de weg die je niet ziet. - Een bagagefiets is comfortabel.
Want Je maakt er lange dagen en heel veel kilometers mee, gedurende meerdere weken, maanden of zelfs jaren. Het frame mag niet star zijn en moet trillingen op kunnen vangen, je fietshouding moet ook op lange ritten comfortabel zijn en de geometrie van het frame en de maat van de onderdelen moeten aansluiten op je lichaamsbouw. - Een bagagefiets heeft de (voor jou) juiste rijeigenschappen.
Want Een wendbare fiets is automatisch een slechte rechtdoor-fiets en andersom: het is het een of het ander. Op tochten met bagage is richtingsstabiliteit (van nature stabiel rechtdoor rijden) belangrijker dan wendbaarheid, veel korte bochten draaien doe je waarschijnlijk niet. Een wendbare fiets is nerveuzer dan een rechtdoor-fiets. Dat merk je in afdalingen en wanneer je minder ruimte hebt, zoals bij langsrazende vrachtwagens en in druk stadsverkeer. Dan voelt een stabiele rechtdoor-fiets veiliger. - De onderdelen van de bagagefiets zijn slijtvast en betrouwbaar.
Want Je wilt niet in de steppen van Woezi-Woezistan stranden met een stukke fiets, je wilt onderweg zo min mogelijk sleutelen en je fiets mag niet te hard slijten van slechte wegen en veel kilometers. Betrouwbaarheid van onderdelen blijkt uit de ervaringen die anderen ermee hebben opgedaan, niet uit een verkoopgesprek. Bij onderdelen die al een tijd bestaan zijn die ervaringen er, bij de nieuwste onderdelen en vindingen zijn die er niet. Hoe verder en hoe langer je weggaat, hoe slimmer het is om voor onderdelen te kiezen met een bewezen staat van dienst. - De fietsonderdelen zijn onderweg verkrijgbaar en te repareren.
Want Hoewel je vrijwel alles naar vrijwel overal kunt laten opsturen, is dagen wachten op DHL of UPS (en op de douane en officials waarvan je niet kon bedénken dat die erover gingen) in een of ander shithole simpelweg zonde van je tijd. En als de doos voor je neus staat, heb je ook nog iemand nodig die wat erin zit kan monteren. Je fiets heeft dus onderdelen die ingeburgerd zijn (breed verkrijgbaar), niet al te hightech (zodat fietsenmakers onderweg het begrijpen en er iets mee kunnen) en die je liefst zelf kunt vervangen.
Misschien mis je Een bagagefiets is licht. Licht is fijn, maar heeft bij een bagagefiets een lagere prioriteit dan andere eigenschappen. Sterke, no-nonsense fietsen waarmee je naar Hoenderloo of Hyderabad fietst zijn niet licht, live with it. Een gemiddelde 50-622 band weegt driekwart kilo, een Rohloff-naaf heeft het gewicht van een kleine zwerfkei. ‘Licht’ is kansloos. Lichter kan wel, bijvoorbeeld door geen standaard te monteren (neerleggen of tegen een muur zetten gaat prima) of geen vast slot (dat kabelslot gaat al mee). Lichtere opties (bij frame of onderdelen) zijn meestal minder slijtvast en minder sterk, als je verder of langer weggaat zijn dat geen slimme keuzes.
Fietsen en ligfietsen
De meeste tochten maak ik op een gewone bagagefiets, een enkele tocht op een ligfiets. De nieuwsgierigheid naar het ligfietsen begon in het najaar van 2019 en heeft ertoe geleid dat er sinds april 2020 een ligfiets in de garage staat: een meloengele Nazca Gaucho Tour. M’n ervaringen ermee staan hier. Als ligfietser heb ik vanaf nul moeten beginnen. Het is een ander ding, waarop ik heb moeten leren fietsen. Ik vind het leuk om iets nieuws te doen. Dat levert soms ongemak op, maar ongemak is onderdeel van elk leerproces. Wat het ligfietsen me heeft gebracht is een nieuw gevoel, op m’n Gaucho bekijk ik de wereld – letterlijk – vanuit een ander perspectief.
Toen ik m’n ligfiets kocht had ik het plan om volledig over te stappen en m’n Vittorio op een zeker moment met pensioen te sturen. Die overstap is er niet gekomen. Ik heb ontdekt dat twee ingrediënten van de tochten die ik graag maak moeizamer gaan met een ligfiets: klimmen en onverhard rijden. Klimmen met een ligfiets kost me meer moeite dan met een gewone fiets. Daar zou ik mee kunnen leven, maar dat kan ik niet met de slechtere terreinvaardigheid van een ligfiets. Doordat het zwaartepunt bij een ligfiets meer dan bij een gewone fiets op het achterwiel ligt, gaat dat bij een slechte verharding of op onverharde wegen eerder glijden. De explosieve kracht die ik op onverharde wegen soms nodig heb om weg te komen uit een kuil of als ik vast dreig te lopen in een modderplas kan ik met m’n ligfiets niet genereren. Dan moet ik eraf. Ik heb het met m’n Nazca vaak genoeg geprobeerd om er zeker van te zijn dat het niet aan mijn fietsvaardigheid lag, de conclusie is dat ik een deel van de onverharde wegen die ik met m’n Vittorio aankan (en waarover ik graag fiets) op m’n Nazca moet laten liggen. Daarom geen overstap. Op m’n ligfiets fiets ik tochten over verharde wegen en over goed gravel, op m’n Vittorio de avonturen met slechtere wegen en meer hoogtemeters.
Meer weten over ligfietsen? Ga voor goed geschreven en bevlogen info over lange fietstochten met een ligfiets bijvoorbeeld te rade bij Fietsers Afstappen van Walter Hoogerbeets. Zijn website vormde voor mij de inspiratie om mijn eigen site te beginnen en maakte me nieuwsgierig naar het ligfietsen.
Wat is een bagagefiets?
Wat is een bagagefiets en wat maakt ‘m bijzonder? Op een website over het fietsen naar Santiago de Compostella las ik dat een trekkingfiets of randonneur […] robuuster is dan een gewone stadsfiets. Nee, maar het is wel een mooi startpunt om de echte verschillen uit te leggen. Neem als voorbeeld van een stadsfiets zo’n stalen Cortina waar de helft van de middelbare schooljeugd op fietst (wij hebben er ook een in de garage staan). Het lowtech (niet-chromoly) stalen frame neemt het wat robuustheid en belastbaarheid betreft moeiteloos op tegen een hightech bagagefietsframe. Op de lompe stalen achterdrager kan een medescholier zitten, dus 25 kilo bagage lukt ook. Stuur, velgen en cranks zijn van staal, daar gebeurt niets mee na jaren van intensief gebruik. De banden zijn breed genoeg om mee op gravel te rijden, het zadel is comfortabel en met zeven versnellingen kom je letterlijk en figuurlijk een heel eind. Dus waarom niet op een Cortina naar Rome? Dan ben je klaar met een fiets die net zoveel kost als een iets betere telefoon.
Om te beginnen: alles kan, als je maar graag genoeg wilt. Op zo’n Cortina (of een andere onverwoestbare schoolfiets) fiets je zonder problemen dagenlang met je bagage door Nederland en Vlaanderen of langs de Rijn, Moezel of Elbe. Wereldreizigers hebben op de onwaarschijnlijkste fietsen de onwaarschijnlijkste avonturen beleefd. Dat kan beslist ook zonder een fiets die net zoveel kost als een tweedehands auto.
De verschillen tussen een stadsfiets en een bagagefiets zijn, in grote lijnen, deze:
Remmen
Zolang je vlakke routes rijdt is een stadsfiets een goede tochtgenoot. Hij is wel zwaar, maar op vlak terrein merk je van een paar kilo meer of minder weinig. Anders wordt het bij routes met heuvels en bergen. Om bij het voorbeeld te blijven: de Cortina van m’n jongste zoon heeft – zoals veel school- en stadsfietsen – trommelremmen. Die zijn ongeschikt voor lange of heftige afdalingen omdat ze snel warmlopen en dan niet meer remmen. Ook een terugtraprem loopt snel warm, remt niet goed genoeg en is dus ongeschikt. Een bagagefiets heeft daarom remmen die hard en lang kunnen remmen.
Verzetten
Bij een echte klim met bagage zijn de versnellingen van een stadsfiets ontoereikend, dat wordt fiets duwen. Een bagagefiets heeft verzetten (‘versnellingen’) waarmee je kunt klimmen. De meeste hellingen gaan niet verder dan 12-13 procent, die moeten je bagagefiets en jij aankunnen. Noot: hard werken is goed, maar bij klimmen met een beladen fiets is er een grens aan wat slim is. Doorploegen op hellingen waarop je de pedalen nauwelijks meer rond krijgt is dat niet. Niet omdat je verzuurt (dat doe je gegarandeerd), maar omdat je je knieën overbelast.
Gewicht
Een ander verschil met een stadsfiets is het gewicht van frame en onderdelen. Met aluminium, chromoly-stalen of titanium framebuizen wordt het gewicht van het fietsframe teruggebracht (stel je daar overigens niet teveel van voor, driekwart van het gewicht van een fiets kruipt in de onderdelen). Om het frame toch sterk en stijf te houden worden bepaalde legeringen en oversized buizen gebruikt. Door het toepassen van aluminium worden ook de onderdelen lichter. De winst van een bagagefiets ten opzichte van een stadsfiets is niet dat hij robuuster is, maar dat de fiets tegelijkertijd robuust én lichter is.
Fietshouding
Een laatste verschil is de fietshouding, belangrijk gevolg van de geometrie van de fiets. Op een stadsfiets zit je rechtop, waarbij je niet op handen, armen en schouders steunt. Dat is oké naar school of HEMA, maar niet naar Rome. Kijk naar wat er gebeurt wanneer je op een (niet-elektrische) stadsfiets wedstrijdje doet: je buigt onwillekeurig voorover. Probeer maar. Door het voorover buigen maak je de hoek tussen romp en bovenbenen kleiner, waardoor een betere krachtoverbrenging mogelijk is van je benen op de pedalen. Je lijf begrijpt dat zo goed, dat het die houding vanzelf aanneemt. Daarom hebben wielrenners een extra diepe fietshouding: de hoek is daarbij op z’n kleinst. Wanneer je met een rechtop-fietshouding kracht moet zetten (een col bedwingen, tegen de wind in fietsen, Italiaans asfalt, Duitse Waldweg) gaat dat beroerd omdat je benen je kracht moeilijk kwijt kunnen. Vooroverbuigen helpt, maar moet – door de stuurhoogte die is afgesteld op een rechtop-houding – met geknikte ellebogen, waardoor je niet op je armen kunt steunen en je je rug zwaarder belast. Dat is niet comfortabel, zeker niet als die krachtsinspanning lang duurt. Een ander nadeel van een rechtop-fietshouding is de luchtweerstand, die een factor wordt bij harde tegenwind en bij hogere snelheden.
Bij een bagagefiets is de fietshouding meer voorovergebogen, met als resultaat een betere krachtoverbrenging en minder luchtweerstand. De fietshouding wordt bepaald door een aantal factoren, zoals de lengte van de bovenbuis, de hoogte van het stuur, het type stuur en de hoeken van balhoofdbuis en zitbuis (de geometrie). Bij een gebogen houding, op een fiets die daarop is afgestemd, hoeven je rugspieren niet harder te werken omdat je op je handen, armen en schouders steunt. Ik ben ooit aan m’n rug geopereerd, waardoor m’n rugspieren een wat zwakkere plek blijven. Soms schiet ‘het’ in m’n onderrugspieren, waardoor ik amper kan lopen maar wel nog kan fietsen: mijn Vittorio heeft een drop bar (racestuur), m’n fietshouding is voorovergebogen. Omdat ik daarbij volledig op m’n handen en schouders steun, kan ik m’n onderrugspieren totaal ‘loslaten’ en toch zonder pijn m’n rondjes fietsen.
Samengevat
Samengevat zijn dit de belangrijkste verschillen tussen een stadsfiets en bagagefiets:
- remmen die lange en steile afdalingen met een beladen fiets veilig aankunnen;
- verzetten die klimmen tot 12-13 procent met een beladen fiets mogelijk maken;
- gebruik van lichte en toch sterke materialen voor frame en onderdelen;
- fietshouding die een goede krachtoverbrenging mogelijk maakt en tegelijkertijd comfortabel is.
Er zijn meer verschillen tussen stadsfiets en bagagefiets, maar dat zijn dingen die minder met het ‘wezen’ van de fiets te maken hebben. Dingen als bidonhouders of een voordrager laten zich met wat kunstgrepen ook op een stadsfiets monteren, daar hoef je geen bagagefiets voor te kopen.
“Cycling in India with this cycle is no problem!”
11 Januari, half twee ’s nachts, ergens tussen Indira Gandhi International Airport en Delhi. Het is stervenskoud na drie maanden Indonesië, Maleisië en Thailand, we hebben alles aan wat we bij ons hebben. Geen kaart van dit stuk, dus op kompas van de luchthaven naar de stad. De weg is uitgestorven, de duisternis bedekt wat daarachter gebeurt, hier en daar staat een oranje weglamp. Midden op een kruising ligt een gekantelde vrachtwagen als een stervende, achtergelaten olifant. Er is niemand. Ineens rijdt een auto-riksja met ons op. Uit de donkere driewieler klinkt, door een sjaal heen die om een hoofd gewonden zit, in zangerig Indiaas-Engels “Just arrive?” “Yes.” “You’re very welcome to Delhi sir!” “Thank you.” “Cycle, cycle?” “Yes.” “Around the world?” “Hm yes, more or less.” “Cycling in India with this cycle is no problem. I’m very proud of you sir. You’re very, very welcome to Delhi sir!” En weg is-ie. Ik kijk ‘m na, op m’n koude gezicht een lach. M’n eerste kennismaking met India.
Na veel ontmoetingen onderweg durf ik de stelling aan dat niet alle reisfietsers bij vertrek een realistisch beeld hebben van de wegen waarover ze gaan fietsen. Elsbeth en ik zijn menige fietser tegengekomen die met een hardcore-terreinfiets vele duizenden kilometers asfalt vrat. Het geluid van de grove profielbanden op het asfalt deed pijn aan m’n oren – zonde van al die inspanning. En toch: begrijpelijk. Zeg ‘Pakistan’ of ‘Nepal’ en je denkt misschien aan de verschrikkelijkste wegen die er zijn. Die wegen zijn daar wel, maar je kiest ze niet omdat er betere alternatieven zijn. In veel landen waar we doorheen gefietst zijn is de minibus (waar officieel acht mensen in kunnen, maar vijftien lukt ook) een belangrijke vorm van openbaar vervoer, weinig mensen hebben een eigen auto. In bijvoorbeeld Indonesië of Maleisië zie je veel brommers waarmee alles en iedereen wordt vervoerd. Die minibussen en brommers hebben overal begaanbare wegen nodig (voor trucks en grote bussen luistert dat minder nauw, die staan daar hoger op de wielen). Waar een minibus kan rijden, kun jij fietsen. Soms met een strak oog op de weg om geen kuilen te missen (ga van Ziarat naar Loralai en één moment van niet-opletten kan je je voorvork kosten) maar het kan zonder veel problemen. Daar heb je geen mountainbike-achtige bagagefiets voor nodig, die op betere en goed verharde stukken niet ideaal is.
Als je zoals Iohan gaat zwerven over landwegen en geitenpaadjes wordt het anders, maar omdat we een lange route voor de boeg hadden en op een fietsdag ergens wilden komen deden we dat niet. We wisten bovendien niet waar we dan zouden uitkomen, fiets-gps’en (en telefoons met internet) bestonden toen nog niet, papieren detailkaarten zouden veel te veel ruimte innemen.
Kernkeuzes
Wanneer je je oriënteert op een nieuwe bagagefiets kom je veel informatie tegen. Stijve frames, speciale dragers en nog specialere versnellingsnaven, een bagagefiets kopen lijkt een ingewikkelde aangelegenheid. Waar begin je?
Niet bij een merk. Er zijn merken bagagefietsen waarvoor ik nooit zou kiezen, bijvoorbeeld omdat ze alleen aluminium frames aanbieden. Het type of merk of fiets is de uitkomst van je zoektocht, niet het startpunt ervan. Het echte startpunt zijn de kernkeuzes. Kernkeuzes bepalen de kenmerken van het frame, en daarmee de eigenschappen van je toekomstige fiets. Dingen als een zadel of een bidonhouder kun je achteraf gemakkelijk veranderen, terwijl dat bij een kernkeuze niet kan. Daarom moet je ze vooraf maken, daarom vormen ze je startpunt. Hieronder benoem ik zes kernkeuzes.
1. Frame-materiaal
Bij een frame voor een bagagefiets gaat het effectief tussen aluminium en chromoly-staal. Koolstofvezel (‘carbon’) wordt door z’n kwetsbaarheid weinig gebruikt voor bagagefiets-frames (maar die fietsen zijn er wel), titanium is kostbaar – een titanium frame is 1000-2000 euro duurder dan een vergelijkbaar aluminium of chromoly-stalen frame. Samengevat: ga je voor comfort en maximale betrouwbaarheid: staal; is gewicht voor jou doorslaggevend: aluminium; wil je dat allemaal en heb je een groot budget: titanium. Aan de eigenschappen van frame-materialen (en de voor- en nadelen ervan) heb ik een aparte pagina gewijd.
2. Geometrie en fietshouding
Hoe wil je op je fiets zitten, rechtop of meer voorover? De fietshouding kwam hierboven al aan bod. Welke houding je ook kiest, ga je opties af en denk niet meteen dat een rechtop-houding de beste is, want dat is-ie voor een bagagefiets niet. Dat klinkt misschien gek, e-bikers zitten allemaal kaars-rechtop, hoe zit dat dan? E-bikers hoeven geen kracht te zetten, dat is het verschil. Bij een rechtop-fietshouding kun je niet goed kracht zetten en vang je meer wind. Voorovergebogen klimt fijner, is aërodynamischer en – met de juiste stuurbreedte – ontziet je schouders en rug. By the way: denk bij ‘voorovergebogen’ niet aan de fietshouding van wielrenners. Die zitten een stuk dieper dan voor een bagagefiets nodig is en voor een bagagefietser prettig is.
3. Stuur
In grote lijnen gaat de keuze tussen een recht stuur, een gebogen stuur of een drop bar (‘racestuur’). Verschillen en voor- en nadelen komen hier uitgebreid aan bod. Het type stuur is van invloed op de lengte van de bovenbuis, vandaar dat de keuze voor een stuur een kernkeuze is. Bij een drop bar staan je handen verder van de stuurpen af dan bij een recht of gebogen stuur. Om toch even ver te reiken is bij een drop bar de bovenbuis daarom korter, zie deze of deze pagina voor een uitleg.
4. Aandrijving
Derailleursysteem of Rohloff-versnellingsnaaf, daartussen gaat het voor de meeste fietsers. Een derde, minder vaak gekozen optie is een Pinion-versnellingsbak, die een specifiek frame vereist en wat haken en ogen heeft (duurder en een stuk zwaarder) in vergelijking tot een Rohloff-naaf. Een aandrijving met een Rohloff-naaf heeft veel voordelen ten opzichte van een derailleursysteem, maar laten we temidden van alle Rohloff-geweld niet vergeten dat het je fiets zo’n 1000 euro duurder maakt en dat een derailleursysteem nog steeds een betrouwbare en goed werkende aandrijving vormt.
Voorzieningen
Niet elk frame is geschikt voor een achterwiel met Rohloff-naaf. Om wel geschikt te zijn, moet het frame twee voorzieningen hebben:
- een verankerpunt voor de naaf. De behuizing van een Rohloff-naaf moet gefixeerd zijn, zodat je met het binnenwerk van de naaf kunt schakelen. De naaf heeft een kleine arm, waarvan het uiteinde in een uitsparing in het frame (het verankerpunt) valt;
- de mogelijkheid om ketting of aandrijfriem op spanning te brengen en te houden. Bij een derailleursysteem houdt een veer in de achterderailleur de ketting op spanning. Wanneer die derailleur er niet is, moet je iets anders verzinnen. Een manier is om de uitvaleinden van de achtervorken zodanig te maken dat naaf+wiel naar voren en naar achteren kunnen schuiven om de gewenste spanning op ketting of riem te zetten.
Shifter
De originele Rohloff shifter, een draairing om het stuur, past probleemloos op een recht of gebogen stuur, maar kan de bocht van een drop bar niet passeren. Je kunt een alternatieve shifter kiezen, maar geen daarvan schakelt zo direct als de Rohloff. De oplossing voor wie een drop bar én een Rohloff-shifter wil is de VNT deelbare drop bar, waarbij de shifter vanaf de rechte kant op een stuurhelft wordt geschoven.
Ketting of riem
Met de keuze voor een Rohloff-naaf kom je voor een andere keuze te staan: ketting of aandrijfriem (belt). Een riem hoef je niet te smeren en gaat langer mee dan een ketting. Hij moet wel perfect recht lopen, door het ontwerp luistert dat bij een riem nauwer dan bij een ketting. Stijve achtervorken zijn ook een voorwaarde, maar daarover hoef je je bij een (echt) bagagefietsframe geen zorgen te maken. Het frame hoeft geen deelbare achtervork meer te hebben om de riem (die normaal gesproken geen begin en einde heeft, net als een elastiekje) door te kunnen laten: de Split belt van Veer Cycle is een deelbare riem, die geen deelbaar frame nodig heeft.
5. Remmen
Velgremmen of schijfremmen, hydraulisch of mechanisch. Kijk hier voor de eigenschappen en voor- en nadelen van de verschillende typen remmen. Schijfremmen oefenen grotere krachten uit op de vorken dan velgremmen, daarom moeten die vorken sterker worden uitgevoerd. Schijfremmen en velgremmen hebben bovendien andere bevestigingspunten op het frame nodig, ook daar moet de framebouwer rekening mee houden. Op een frame dat voor schijfremmen is gemaakt kun je niet zomaar velgremmen zetten en andersom, vandaar dat ‘remmen’ een kernkeuze is.
Bij schijfremmen horen andere naven dan bij velgremmen, omdat er een remschijf op gemonteerd wordt. Zowel SON naafdynamo’s, Rohloff-versnellingsnaven als gewone naven zijn er in versies voor schijf- of velgremmen.
6. Wielen en banden
Kijk hier voor een uitleg van velg- en bandenmaten. Als je brede banden op de velgen wilt, moet daar voldoende ruimte voor zijn in de voor- en achtervorken. Vergeet niet dat ook spatborden vork-ruimte nodig hebben.
Kant-en-klaar of maatwerk
Bij het kopen van een bagagefiets kun je voor een kant-en-klaar model kiezen of voor maatwerk. ‘Maatwerk’ klinkt magisch, niets mooiers dan een fiets die speciaal voor jou gebouwd is. Maar niet elk ‘maatwerk’ is echt op maat, er zijn meerdere smaken.
Kant-en-klaar
Bij een kant-en-klare bagagefiets betaal je een pakketprijs voor frame en onderdelen. Omdat zo’n fiets in serie gemaakt wordt is de kostprijs relatief laag, je zou meer betalen wanneer je frame en onderdelen als losse componenten zou kopen en er een fiets van zou laten maken. Als een kant-en-klare bagagefiets aan je wensen voldoet, is dat de voordeligste manier om een fiets te kopen. Of, en in hoeverre, je bij zo’n fiets kunt kiezen voor verschillende opties (zoals dragers of zadel) hangt af van de fietsenwinkel, die wel of niet bereid is om een ingekochte fiets voor een niet al te hoge meerprijs aan te passen. Een kant-en-klare fiets is altijd een compromis, om onder een bepaalde totaalprijs te blijven zal niet elk onderdeel even sterk of hoogwaardig uitgevoerd zijn. Stel jezelf de vraag of dat nodig is. Bij een fiets waarmee je een jaar door Azië fietst heeft die vraag een ander antwoord dan bij een fiets waarmee je drie weken de Rijn of Elbe volgt.
Op maat 1: maatframe met zelf bepaalde opbouw
Bij een bagagefiets met een maatframe zet de fietsadviseur je op een pasfiets en neemt daarna de kernkeuzes met je door zoals ik die hierboven beschreven heb. De eerste vraag die de adviseur stelt is ‘welk type stuur?’ omdat het type stuur de lengte van de bovenbuis bepaalt (zie hierboven). Met het gewenste stuur op de pasfiets bepaal je door het in- en uitschuiven van buizen en het veranderen van buishoeken samen de voor jou ideale fietshouding. Dat gaat over comfort, maar ook over het kunnen overbrengen van je beenkracht en over richtingsstabiliteit.
Om het frame te kunnen bouwen wil de adviseur, naast de genoemde kernkeuzes, van je weten:
- Plaats, type en hoeveelheid bidonhouders en dragers: achter, voor, op de vorken? Op een goed bagagefietsframe zitten overal bevestigingspunten voor dragers en bidonhouders. Door de groeiende populariteit van bikepacken heb je nu de keuze uit veel slimme rekjes en houders, die je bijvoorbeeld op je vorken monteert. Veel bevestigingspunten, overal op het frame, maken dat mogelijk zonder trucs (zoals klemmetjes) te hoeven gebruiken.
- Standaard: wel of niet, onder het bracket of aan de liggende achtervork?
- Vast slot of niet?
En dan mag je ook nog de kleur bepalen, misschien wel de leukste keuze. Maatframe-bouwers zijn niet dik gezaaid, maar ze zijn er. Mijn bagagefietsen, die van nu en die van vroeger, hebben maatframes.
Op maat 2: zelf bepaalde opbouw
Een andere vorm van maatwerk is het kopen van een ‘los’ bagagefiets-frame, dat je door een fietsenwinkel volgens je wensen laat opbouwen tot een complete fiets. Losse frames zijn er van meerdere merken, van verschillende materialen en in verschillende maten. Passen dus. Losse kant-en-klare frames worden in serie gemaakt en zijn goedkoper dan maatframes.
Er zijn meerdere merken die losse frames (eigenlijk framesets, het is een set van frame en voorvork) voor bagagefietsen aanbieden en meerdere fietsenwinkels die een frame voor je kunnen opbouwen. Bij deze vorm van maatwerk bepalen de hierboven genoemde kernkeuzes uit welke frames je kunt kiezen. Na de keuze van een frame laat je het vervolgens helemaal volgens jouw wensen en specificaties opbouwen, van spaak tot fietsbel.
Op maat 3: opbouw met opties
Nog een vorm van maatwerk is een fiets met onderdelen-opties. Verlichting A, verlichting B of geen verlichting. Achterdrager D of achterdrager E. Door het aantal opties per onderdeel te beperken (je kunt niet kiezen voor verlichting C) houdt een fietsenmerk de logistiek in toom. Vergeleken met een kant-en-klare fiets hebben opties een meerwaarde, maar ‘zelf samenstellen van je fiets’ is het niet, er is ook veel niet mogelijk.
Of je het hier vindt hangt af van hoe specifiek je wensen zijn. Bij mij speelt ook de prijs een rol. Bij een basisfiets verwacht ik geen opties, bij een middenmoter verwacht ik dat ik iets te kiezen heb. Bij een fiets uit het topsegment verlang ik meer dan dat. Als ik een bagagefiets koop met de prijs van m’n eerste auto (bij een enkel Nederlands merk beginnen de prijzen bij 6000 euro) wil ik echt zelf kunnen bepalen hoe die fiets is opgebouwd. Bovendien wil ik weten wat ik koop en niet de keuze hebben tussen ‘vakantievelgen’ en ‘bikepacking-velgen’ (daar moet ik het voor die prijs echt mee doen?), maar tussen bijvoorbeeld een Exal, Mavic of Ryde velg, want daar heb ik óf zelf ervaring mee, óf ik kan er reviews van andere fietsers over vinden. Zelfs voor grote spelers kan het niet uit om specialistische onderdelen als velgen of cranks in eigen huis te maken. Dat hoeft ook niet – Albert Heijn brandt z’n huismerk-koffie ook niet zelf – maar vertel me gewoon wat ik koop en wat ik dus kan verwachten. Of zodat ik weet welk vervangend onderdeel ik nodig heb als ik ergens in Verweggië met een kapotte fiets sta. Voor mij zijn de topsegment-prijs, de beperkte keuzemogelijkheden en de ondoorzichtigheid van de herkomst van de onderdelen niet met elkaar te verenigen.
Is een (echt) zelf bepaalde opbouw niet duurder dan een opbouw met opties? Hoeft niet. Bij de fiets die Elsbeth heeft laten opbouwen op basis van een Salsa Marrakesh frameset (foto) scheelde het zeker duizend euro bij de keuze van dezelfde of vergelijkbare onderdelen. In het voordeel van de zelf bepaalde opbouw. Terwijl ook Elsbeth’s framemerk met een ‘S’ begint. Hoest.
Meer informatie
Andere informatiepagina’s over de bagagefiets:
Informatie | Het fietsframe – geometrie
5 mei 2021 om 15:52
Hallo,
Goed om te lezen dat je niet bepaalde merken aan prijst maar dat het kiezen van een (vakantie) bagagefiets echt iets persoonlijks is. De afgelopen jaren heb ik het internet afgespeurd naar ervaringen van bagagefietsen en in verschillende winkels geweest. Om vervolgens weer te verzanden op forums, in meningen en discussies van mensen die topmerken bagagefietsen hebben, en vooral waarom je juist die merkfiets moet kopen.
Ik vind het dan ook grappig als mensen een vraag stellen over mijn fiets. De meeste mensen kunnen maar één bagagefiets in Nederland, deze wordt bij mij om de hoek gemaakt. Vaak krijg ik te horen, Joh? waarom heb je die niet gekocht!! Nou ik zal het je uitleggen, ik heb tijdens mijn keuze een plan van eisen opgesteld. Meestal staan ze dan raar te kijken.
Wat persoonlijk voor mij belangrijk is; dagelijks gebruik, weinig onderhoud, goede verlichting, aantal versnellingen, stevige bagagedragers, goed zadel, remmen, soort frame, spatborden en vul de lijst maar aan. Bij de meeste mensen wordt de keuze van een fiets gemaakt op wat ze mooi vinden of op iets wat trendy is. De meeste mensen zien een fiets als een voorwerp met twee wielen waar je op moet trappen. Toch zie ik steeds meer dat mensen enorm veel geld uitgeven aan een fiets voor in de schuur of een rondje om de kerk.
Een fiets waarmee je op vakantie gaat moet betrouwbaar zijn, jouw passen en voldoen aan jouw eisen en wensen. Eigenwijs zijn en niet met trends meegaan omdat je daar een andere gedachte bij heb prima, het is jouw fiets. Zelf iets onderweg kunnen (laten) repareren is belangrijk. Ik vind dat dit niet moet zijn omdat je op kwaliteit en duurzaamheid heb ingeleverd.
Alles wat je opgeschreven heb over de aanschaf van een bagagefiets snijd hout. En heb hier ook over na gedacht en zo’n beetje tot dezelfde conclusie gekomen. De tips die je beschrijft zijn super goed, en sluit mij hier 100% bij aan.
5 mei 2021 om 16:18
Beste Leon,
Bedankt voor je positieve reactie. Er komen nog een aantal pagina’s over onderdelen en het fietsframe waarin ik trends bij bagagefietsen in perspectief plaats, zodat voors en tegens aan bod komen. Dat zal meer dan eens afwijken van de doorsnee bagagefiets, daarom vond ik het mooi om te lezen dat jij je kunt vinden in wat er tot nu toe staat. Dat motiveert, nogmaals bedankt en mooie tochten gewenst!