Laat voor het eten

Fietsverhalen en fietsinformatie

De Maasroute | Dag 3

Ontbijt in Vaucouleurs. De lucht is een voorbode.

Foto hierboven: stille wegen en regenluchten tussen Mécrin en Brasseitte.

Om me heen is het stil, ik hoor zelfs geen getik op het tentdoek. Yr, een trouwe bondgenoot onderweg, zegt dat het vandaag de hele dag gaat regenen, dus moet ik m’n kans grijpen. Nu. Ik pak m’n spullen in, breng ze naar de picknickbank en doe de brander aan. Wat er ook gaat vallen, alles zit droog ingepakt. Het is zondag 26 juni, tien over half zeven.

Modus

Terwijl ik m’n koffie drink vallen de eerste druppels. Victorie en bazuinen, ik heb de dingen in de goede volgorde gedaan. Briljante ingevingen als deze heb ik zelden, dus houd ik die modus vast en doe meteen m’n regenbroek aan. Schoenen en sokken laat ik in hun waterdichte zak. Koud is het niet, wat ik niet aan heb wordt ook niet nat. Doorweekte sandalenvoeten zijn te doen, maar als ik een hele dag met een natte kont fiets, trekt dat door naar de rest van m’n lijf.

Tour Pagis, Vaucouleurs

Tour Pagis, Vaucouleurs.

Ambitieus

Om tien over acht rijd ik weg. Het regent niet hard, maar het regent. Ik fiets binnendoor terug naar Vaucouleurs, via kleine en steile wegen waarlangs ik de heuvel afdaal. Ik stuit op de ruïne van de Tour Pagis, een onvoltooid prestigeproject van bisschop Pagis die, toen in 1890-1900 de Jeanne d’Arc basiliek in Domrémy werd gebouwd, vond dat Vaucouleurs ook zo’n imposante gedenkplek moest hebben. Hier immers begon – zoals u weet met een ontmoeting met Robert de Baudricourt – Jeannes rol als aanvoerder (of als vaandeldrager) van het Franse leger. Het project bleek te duur en te ambitieus, de Tour Pagis bleef onvoltooid. Het gebouw is nu een vreemde ruïne.

Bij toeval rijd ik recht op een bakker af die – dit is Frankrijk – op zondagmorgen open is. De fietsgoden geven me een knipoog, het is allemaal de bedoeling. Croissanten, een pain au chocolat en een baguette die ik in tweeën laat snijden. Geen éclairs dit keer, dat wordt een bende in de etenszak.

Ronde balen stro voorbij Vaucouleurs.

De Maas bij Sorcy-Saint-Martin

De Maas bij Sorcy-Saint-Martin.

Lager en langer

Ik fiets langs velden waar de graanoogst ronde balen stro achterliet en langs bosranden die de loop van de Maas volgen. De regen houdt een pauze, de wereld is nat en grijs, het avontuur wordt er niet minder door. Het landschap is hier opener, de heuvels lager en langer, met hoogtes die zich minder aftekenen dan op de voorgaande dagen. Vandaag onderkent m’n Garmin drie klimmen, gisteren waren het er vijf. De eerste kom ik tegen na Saint-Germain-sur-Meuse, op een kleine lege asfaltweg. De sfeer is sereen op de klim van maar een paar procent en een paar kilometer. Om me heen graanvelden, in de verte lange groene heuvels. De wereld is zachtaardig en stil, een bos begint. In een half uur tijd passeren me twee auto’s.

Meer hoeft niet

De weg wordt vlakker, het weer kan niet beter. Geen warme zon op m’n kop, een graad of 18, de regen blijft weg en er is vrijwel geen wind. Meer is er niet nodig om geweldig te fietsen.

Bij Sorcy-Saint-Martin is de Maas nog steeds een lome, informele stroom met dichtbegoeide oevers. Waar je in de vroege twintigste eeuw mannen met strohoeden en vrouwen met witte kanten zomerjurken in het gras zou zien zitten, een rivier uit een Frans Downton Abbey. In Issey passeer ik een bloemenperk met – precies op het goede moment – een wegwijzer met de afstanden naar Dublin, Oslo en Parijs. Ik weet weer waar ik ben. Op plaatsen waar bomen in de berm staan liggen taken op de weg, dode en levende. Het heeft hier gisteren hard gewaaid, het zal dezelfde bui zijn geweest als waar ik in terecht kwam.

Maasroute Canal de la Meuse bij Euville

Canal de la Meuse bij Euville.

Kanaalroute

Aan de zuidrand van Euville ontmoet ik voor het eerst de waterweg waarlangs vandaag en morgen een deel van de route loopt: het Canal de la Meuse, het noordelijk deel van het Canal de l’Est (het zuidelijk deel heet Canal des Vosges). Allemaal erg mooi en idyllisch, die kronkelende, overgroeide en ondiepe Maas, maar als schipper heb je daar niets aan. Er was een bevaarbaar noord-zuidkanaal, maar dat lag sinds de door Frankrijk verloren Frans-Duitse oorlog, met het verlies van de Alsace en delen van Lorraine, ineens in Duitsland. Dus kwam er het Canal de l’Est, dat voor een nieuwe scheepvaartverbinding tussen Saône, Moezel en Maas zorgde. Het kanaal is meestal een aparte waterweg die bochten in de Maas afsnijdt, soms is het een kanalisering van de rivier zelf. Langs kanalen lopen wegen en paden. Paden die zich veel beter lenen voor een fietsroute dan de grote en saaie noord-zuidwegen. Waarmee je, beste lezer, meteen weet waarom een deel van de Maasroute in Frankrijk beter Kanaalroute kan heten.

Allongé

In Euville is het tijd voor een eetstop op de spreekwoordelijke bank bij de spreekwoordelijke kerk, maar een terras van een hotel-restaurant verleidt me. Klein, dorps en met een erg aardige vrouw die vraagt of de koffie petit ou grand mag zijn. “Grand, merci”. Een double of een allongé? Vertaald: een dubbele dosis koffie (een doppio in Italië), of een enkele dosis met meer water (ongeveer zoals een americano in Italië). Ik reken € 1,30 af voor de allongé en zit op het terras intens te genieten. Van de koffie, van het hier zijn, van alles eigenlijk.

Canal de la Meuse Maasroute

Het kanaal bij Lérouville.

Gevaarlijk

Bij een alimentaire koop ik een camembert en leef gevaarlijk. Als ik ‘m aansnijd komt de geur los en zal m’n etenszak nooit meer dezelfde zijn, m’n passages door dorpen nooit meer ongemerkt. Die etenszak kon ik op het terras in Euville niet tevoorschijn halen, dus duw ik nog even door, op zoek naar een picknickbank. Die vind ik langs het kanaal, dat de rand van Commercy volgt en de stad vermijdt.

Ik ben nog steeds die blije fietser (hoe blij? Stel je de situatie voor waarin het cruiseschip waarop je zat is vergaan en jij met nog vijftig lotgenoten op dat ene reddingsvlot zit. Op 300 zeemijl van de kust. Met haaien die rond het vlot zwemmen. Zonder water en eten. En dat iemand dan uitgelaten roept “wat leuk, onze cruise is nu veel avontuurlijker!” Zo blij). Waar dat allemaal vandaan komt, geen idee.

Hier en nu

En toch ook wel. Er zijn dingen in mij veranderd. Tijdens het fietsen en door het fietsen. Ik vind de ontspanning gemakkelijker. Er lijkt meer liefde en minder boosheid in me te zitten. Het viel me op tijdens de tocht naar Rome, ik zat anders op m’n zadel. De wereld leek vriendelijker, m’n momenten van onvrede zeldzamer. Nu, langs de Maas, fiets ik kilometers in stilte zonder dat er dingen in me boven komen die zich lang verborgen hielden. De onbezorgheid die dat geeft doet me gelukkig zijn in het hier en nu. Langs de graanstoppels en het kanaalwater, waarop weer cirkeltjes verschijnen. De regen is terug.

Maasroute tussen Mécrin en Brasseitte

Tussen Mécrin en Brasseitte.

Hardop

Met alle ritsen dicht deert het vallende water me niet, het blijft fijn fietsen hier. Het pad langs het kanaal is vlak, autovrij en aangenaam. Zo aangenaam dat ik hardop zing, Angelique van André van Duin, “…en een lawine kwam, plots naar beneden, toen was het leed al gauw geleden. Ze rollebolde naar een dorpje in het dal, het was een hele val. En is daardoor toen overleden”. Het is, waarde lezers, niet erg verheffend wat er met me gebeurt als ik het naar m’n zin heb. Maar jullie hebben recht op de hele waarheid, en niets dan de waarheid. Ik heb, al fietsend door het oerwoud van Sumatra, eens hardop Daar kwam ene boer uit Zwitserland gezongen, maar kan daar gelukkig niet meer voor worden vervolgd, het is te lang geleden.

Thema

Bij Lérouville verlaat ik het kanaal en steek bij Pont-sur-Meuse met een pont de Meuse over, die hier al wat breder en strakker is. Een rivier in de laatste fase van haar opleiding, bijna volleerd en gediplomeerd. Ik kom haar vandaag regelmatig tegen, zij het bij brugoversteken als deze en nog steeds niet fietsend langs het water. Eigenlijk is de Maas nog nauwelijks een thema op deze route.

Maasroute klim tussen Ailly-sur-Meuse en Saint-Mihiel

Op de klim tussen Ailly-sur-Meuse en Saint-Mihiel.

Requiescat in pace, Gregorius dominus.

De laatste

Een vrijwel vlak stuk volgt, langs saai graan en over kaal land. Voorbij Ailly-sur-Meuse verlaat de routelijn op de kaart de Maas en gaat kronkelen. Dat betekent een klim het Maasdal uit, de laatste klim van vandaag, een heuvel over tot de weg naar Saint-Mihiel. Het begin is hard werken, de rest van de drie kilometer en 125 meter omhoog zal zo’n 4-5 procent zijn. Als ik bijna boven ben ligt er een dode das in de berm. Eind maart overkwam me hetzelfde, op een vierdaagse ronde door de Ardennen. In de regen maak ik foto’s van het natte land en de glooiende horizon, en van het mooie dier dat de strijd met de auto verloor. Rust in vrede, heer Gregorius.

Aan de andere kant van het hoogste punt op 345 meter suis ik naar beneden, grotendeels over de D907, naar Saint-Mihiel. De abbaye Saint-Michel de Saint-Mihiel steekt fier boven de andere gebouwen uit, maar een groot grint-asfaltveld met geparkeerde auto’s slaat het beeld stuk. De auto zoveel ruimte geven drukt een grote stempel op dorpen als dit. Het roept bij mij de vraag op waarom we dat nog doen. Ik fiets onder een poort door en sla rechtsaf, over een bijzonder specimen van verhardingssoort patchwork-asfalt. Ik kan me niet heugen ooit zoveel verschillende stukjes asfalt over en naast elkaar te hebben zien liggen.

Maasroute voorbij Bouquemont

Voorbij Bouquemont. Ik heb me aan de snelheid gehouden.

Functioneel

Ik pauzeer bij een wrakke, groen uitgeslagen picknickbank aan het water. Een halve baguette met perfect zacht geworden camembert smaakt hemels en geeft energie. De regen is gestopt en lijkt dit keer weg te blijven, ik kan m’n bijna lege gps weer op de Forumslader bij het stuur aansluiten.

Het weer wordt beter, het landschap slechter. De route gaat over de D34, een grotere weg met een vangrail erlangs en bedrijven ernaast. Er is, op z’n Nederlands gezegd, geen moer te beleven. Vlak en rechtdoor, ik ben alleen kilometers aan het maken, meer niet. Het wordt fris, ik verwissel m’n regenjas voor een Windstopper en laat de kilometers aan me voorbijgaan. Raggen door een streek waar niets te zien is. Iemand heeft aan de randen van het landschap getrokken en er de meeste rimpels uitgehaald. Ik kan ver kijken, de heuvels die er nog zijn stellen weinig meer voor. Een groot contrast met gisteren en vanmorgen.

Maasroute Les Monthairons

Les Monthairons.

Vreemd

In Les Monthairons stop ik voor een foto. Twee bagagefietsers passeren me, op zwarte fietsen, met zwarte tassen en volledig in het zwart gekleed. Leden van het Genootschap van schoorsteenvegers te fietsch. Of Bike’s angels die van hun moeder nog geen motor mogen. Ze lijken me niet te zien en zeggen niets. Sommige fietsers zijn echt vreemd. Als ze me toch gezien hebben, hebben ze vast hetzelfde gezegd.

Weg

Met het landschap komt het niet meer goed, maar na een onderdoorgang van de A4 mag ik na 31 kilometer eindelijk van de D34 af, rechtsaf het land in. Het verkeer is ineens weg, net als het geluid van banden op asfalt en de eentonigheid. De weg wordt smal en gravel, ik fiets langs bomen en stoppelvelden. Het fietsen is ineens weer leuk.

Maasroute tussen de D34 en Belleray

Tussen de D34 en Belleray.

Vooruitzicht

Na Belleray steek ik de Maas over, ga na een kilometer linksaf en fiets – voor het eerst – langs de rivier. Bastiaan, die ik na Domrémy niet meer gezien heb, komt me voorbij en stopt. We spreken af om morgenavond, als we beiden in Charleville-Mézières zijn, ergens te gaan eten. We wisselen telefoonnummers uit, morgen zullen we elkaar opzoeken. Een leuk vooruitzicht.

Maasroute Verdun

Verdun.

Ongelooflijk

In Verdun gaat de route over een kade langs de rivier, de hele stad door zonder een enkel verkeerslicht of kruisende weg. Comfortabel en eigenlijk ideaal, ik hoef de stad niet in. Mijn virtuele blik is inmiddels gericht op de camping van vanavond.

Voor een bezoek aan Verdun heb ik weinig reden. Wat de stad een plaats in de geschiedenis gaf, gebeurde niet in de straten van het centrum, maar in de velden en militaire forten daarbuiten. Om daar iets van mee te krijgen zou ik het land in moeten. Niet over een pad langs de Maas, maar over landwegen naar de monumenten en de slagvelden die herinneren aan wat hier met name in 1916 gebeurd is. Als geschiedenisliefhebber zou ik hier dagen kunnen ronddwalen, me verliezend in de ongelooflijke gebeurtenissen en de zichtbare sporen die ze achterlieten. Maar dat is niet het thema van wat ik nu aan het doen ben.

Op een bepaalde manier is dat bevrijdend. Een aantal plekken heb ik ooit bezocht, waarbij de zon niet meer leek te schijnen en er een zwarte doek over de dag gleed. Nu ben ik hier om onbezorgd de pedalen rond te laten gaan, zonder grote ambities of gebeurtenissen. Fietsen langs de Maas, met een zon die ook achter de regenwolken blijft schijnen.

Uitkijken

Op de kade is een hardloopwedstrijd aan de gang. Stewards leiden de lopers in de juiste richting, nu en dan stop ik om ze de ruimte te geven. Al snel ben ik de stad weer uit en neemt het Canal de la Meuse het over van de rivier. Het druppelt wat, maar ik negeer het, de regen heeft vandaag meer dan genoeg aandacht gehad. Het kaarsrechte fietspad langs het kanaal verandert in gravel. Het enige nadeel daarvan is dat ik heel goed uit moet kijken om niet over een van de ontelbare geplette slakken heen te rijden. Geplette slak is – dat wist ik niet – de werkelijk perfecte lijm om 20.000 steentjes mee aan je band te plakken. Ik pak m’n telefoon en zet Retour op van Tony Anderson (van het album Nuit). Op die klanken rijd ik de 18 kilometer langs het kanaal, zonder iemand tegen te komen, als in een meditatie.

Maasroute vóór Forges-sur-Meuse

Twee kilometer vóór Forges-sur-Meuse.

Consenvoye

Bij Samogneux verlaten de route en ik het kanaal en is het nog een paar kilometer tot Forges-sur-Meuse waar ik een nieuwe track start. Na nog ‘ns 2,5 kilometer ga ik rechtsaf richting Consenvoye, steek met een brug de Maas over en sta voor camping municipal Les Ilys Hauts, Consenvoye. Het is kwart voor zeven, ik ben er.

Maasroute camping Consenvoye

Prinsenplek onder het afdak. Aan de horizon nadert geen natuurbrand, maar zakt de zon.

De enige

De deur van de receptie staat open, ik zie dat er nog iemand is. Wat een geluk. Ik heb de laatste 40 kilometer de vaart erin gehouden om vóór zevenen op de camping te zijn. Dan was er een kans dat de beheerder nog niet naar huis was. Dat is ze niet. Ik betaal acht euro nogwat en loop de camping op. Een echte municipal, een stacaravancamping met een paar tentplekken. Die zijn allemaal leeg, ik ben straks de enige tentbewoner. Op het veld staat een Nederlands stel met een caravan, in de hoek een Duitse caravan, dat is het wel.

Wat vanochtend gold, geldt nu ook: zolang het droog is moet ik m’n kans grijpen. Ik zet snel m’n tent op, richt die in en verzamel alles wat ik nodig heb voor het koken. Aan de rand van het veld staat onder een boom een stapel plastic stoelen, van een seizoensplaats waar nu niemand is, ook de caravan niet. Ik leen er een, hang de tassen aan de fiets en rijdt het geheel naar het afdak van het sanitairgebouw. Het begint te regenen.

Ik installeer me. De brander ruist, de plastic stoel wordt een troon. Voor deze Maasfietser die zich, droog, voldaan en met een pan warm eten, een prins waant. Vandaag was een aangename dag, in de tweede helft ervan heeft het nauwelijks meer geregend. Ik heb er 116 gedaan, morgen een dag met een bescheiden 106 kilometer. Ik douche, was m’n fietsbroek uit, drink van de meegenomen wijn en zit te kijken naar de stille camping, de regen en de lucht die de ondergaande zon oranje kleurt. Ik laat m’n fiets vannacht onder het afdak staan, zelf kruip ik een kwartier later onder m’n eigen groene afdak. En val direct in slaap.

Dag 4: Consenvoye – Charleville Mézières

Overzicht

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.