Laat voor het eten

Fietsverhalen en fietsinformatie

De Vlaamse Parallel | Dag 4

Foto hierboven: betonfietspad tussen Hoegaarden en Goetsenhoven.

Het ochtendlicht valt tussen de bomen om het kampeerveld. Het is zondag 30 juni, kwart over zes. Op deze laatste dag is het toch gelukt om op tijd op te staan, al had het vroeger gemogen. De zon is al lang op en het vogel-ochtendconcert al uren geleden. Buiten leven tijdens een tocht verandert m’n ritme, dat zich naar het licht voegt. Ik voel me aangesloten, dat ritme is wat m’n lijf nodig heeft.

Holle weg bij camping Loonbeek

Holle weg tussen de camping en Loonbeek.

Op het veld staan voornamelijk tenten. Een rits gaat open, een kampeerder zoekt het toiletgebouw op en haalt meteen water voor de ochtendkoffie. Tussen alleen campers en caravans zou ik nu de enige zijn die aan het ontbijt zit. Daar hoort vroeg niet bij vakantie en buiten niet bij de avond. In de schemer gaan de smalle witte deuren dicht en sluiten camperbewoners de zomeravondlucht buiten. De lucht waarin je wijn drinkt uit een kampeerbeker, nadenkt over wat het buitenleven met je doet. Wat je hebt gedaan, wat je nog gaat doen. Wanneer er tijd is voor de dingen waar je thuis geen tijd voor maakt. Zo’n avond als op fietstochten en op vakanties die niet voorbij mogen gaan.

Onverdraaglijk

Na het ontbijt realiseer ik me de ernst van het probleem dat op me wacht. Wat te doen met de Tupperware-bak met rijst-met-knoflook-en-meer die een medekampeerder me gisteravond kwam brengen? Die bak waaruit ik een beetje heb gegeten, maar die veel te veel was voor een fietser die net z’n pan noedels leeg had. Leegstorten in de afvalbak bij het sanitairgebouw kan niet. Zul je net zien dat die aardige man een lege tube tandpasta weggooit en daarbij stuit op dat wat hij heeft gekookt en wat hij de fietsende Hollander is gaan brengen. De ondankbaarheid die daaruit spreekt zou onverdraaglijk zijn.

Een beter plan is om de rijst rond het kampeerveld uit te strooien, zoals commando’s deden met het uitgegraven zand wanneer ze een waarnemingsput groeven (en ze niet wilden dat de vijand dat in de gaten kreeg, zoals bij een hoop vers zand die daar eerst nog niet lag). Maar dat zou op z’n minst een verdachte situatie opleveren, zo’n man die door het kreupelhout scharrelt, achter de tenten langs, ondertussen iets onduidelijks op de grond gooiend. Dat zou de kans op ontdekking eerder groter maken.

Ik doe het enige waarmee het verraad onzichtbaar blijft: ik schud de inhoud van de bak in een plastic zak, knoop die heel goed dicht en doe ‘m onder de klep van een achtertas. De bak maak ik schoon en zet ‘m muisstil op de tafel vóór de caravan van m’n weldoener. Om vijf over acht fiets ik weg.

Parel

Over een holle hobbelweg ga ik naar Loonbeek. De zon dringt in banen door het groene bladerdak, de zon die ook vandaag de baas zal zijn boven het Vlaamse land. Een schemergroene parel, alleen gebruikt door mountainbikers en een enkele gravelminnende bagagefietser.

Landschap na Neerijse

Landschap na Neerijse.

Pomp

Bij het verlaten van Neerijse gaat het steil omhoog, maar daar blijft het bij. Het landschap valt open, de Vlaanderenroute gaat er doorheen via een betonpad langs golvende velden. De warmte is er nog niet, de lucht is aangenaam koel, het fietspad leeg. Op twee fietsers na, die langs het pad naast een fiets hurken. Ze hebben een binnenband geplakt of vervangen en zijn bezig die weer op te pompen met iets dat klein en licht is, maar ongeschikt om een normale fietsband dezelfde dag nog op druk te krijgen. This looks like a job for bicycle repairman! Ik stap af en verleen assistentie met m’n Zéfal framepomp die beslist niet klein is, maar wel wat m’n collega-fietsers (en ik) nodig hebben. Opgelost.

Heverleebos

Het Heverleebos.

Beeld

Buiten Leuven schamp ik de campus van de KUL. Vaak, voor m’n werk in een vorig leven, op de borden zien staan maar nooit geweest. Studenten, fietsen, gebouwen met veel ramen en verdiepingen. Die overgaan in een woonwijk en daarna in bomen en een gravelpad. En wat voor bomen, en wat voor gravelpad. Vlak, aangereden en zonder puinverrassingen. Het Heverleebos.

De lucht ruikt naar groen, het licht is groen. Het bladerdek sluit boven me, pet en zonnebril kunnen af. Het bospad knerst in de stilte, geweldig. Dit is wat ik me gisteren voorstelde bij het Brusselse Zoniënwoud, dat klinkt alsof daar nog een enkele Gallische druïde woont, onvindbaar (maar hij is er) in de dichte, ondoordringbare groene wereld. Van dat beeld klopte niets, hier vind ik er sporen van. Vergeet dat Zoniënwoud, als je van bos houdt moet je hier zijn, aan de zuidkant van Leuven.

Het Meerdaalwoud

Nog mooier en nog stiller.

Net zo groen

Hardlopers, een fietser, een hond (die hier meer ontdekt dan ik ooit zal doen) met z’n mens, ik ben niet de enige die op een zondagmorgen in het bos wil zijn. Een prachtig stuk.

Bij Vaalbeek kom ik het groen uit, de gravelweg wordt een karrespoor van betonplaten, met bomen aan weerszijden, als bij een lange oprijlaan. Die voert naar een volgend bos, het Meerdaalwoud, net zo groen en twee keer zo groot als het Heverleebos. Op de Weertse Dreef sla ik linksaf, naar het oosten, en rijd na een paar kilometer weer de velden in.

Achteloos

Ondertussen neem ik nog steeds het steeds minder welriekende rijstvrachtje mee. Hier ben ik ver genoeg van Loonbeek om niet de kans te lopen dat mijn ondankbaarheid ontdekt wordt. In het kleine centrum van Bierbeek vind ik een afvalbak, kijk uit m’n ooghoeken of niemand ziet wat ik werkelijk doe en gooi – achteloos, alsof het om onbetekenend bagagefietsersafval gaat – het zakje in de bak. En maak dat ik wegkom.

Wat heb ik gedaan…

Door de zonnewarmte en dat wat er in de rijst zat is de geur zo sterk geworden dat die – door het plastic heen – in de klep van m’n achtertas is gaan zitten. Arme Bierbekers. Het zou me niets verbazen als hier over een paar uur afzetlinten hangen. Mannen en vrouwen in beschermende pakken, zwaailichten en ook het lokale nieuws zal er zijn. “Beste kijkers, voor een ingelaste nieuwsuitzending schakelen we live over naar Bierbeek. Daar staat verslaggever Luc Descherpe. Luc, kun je ons al iets meer vertellen over de situatie daar? “Ja Hilde, dat is te zeggen: eigenlijk niet, want de brandweer is nog altijd op zoek naar de herkomst van de doordringende geur die hier al de hele voormiddag hangt. Een anonieme bron dichtbij het onderzoek zei me dat wordt gedacht aan iets dat is overleden, niet weggehaald is en onvindbaar blijft. Het is alleszins ondragelijk, bewoners ontvluchten massaal dit normaal gezien vredige dorp bij Leuven.” Wat heb ik gedaan.

RAVeL L142 bij Hoegaarden

Fietspad (RAVeL L142, over het tracé van een vroegere spoorlijn) richting Namur, Dinant en Parijs. Achter de muur links staat brouwerij De Kluis, na tweehonderd meter gaat het fietspad Wallonië in.

Vaart

Ik volg de route over smal asfalt, stroken betonplaat en een enkele kasseienweg, zigzaggend door de landerijen. Het blijft licht golven, nu en dan gaat het even behoorlijk omhoog, maar het echte op-en-neer is er wel uit. Er zijn hele stukken waarop ik flink vaart kan maken, het gaat als een trein.

In Hoegaarden drink ik op het terras van een klein wielrennerscafé twee cola’s. Het is zondagmorgen, dan zit een deel van België op de koersfiets. Een groepje wielrenners in strakke outfits (om lijven die geen olympische aspiraties doen vermoeden) zet hun fietsen tegen de gevels, gaat zitten en bestelt een blanche’ke. Dat wordt vijfhonderd meter verderop gebrouwen, in brouwerij De Kluis. Ik voel me hier op een vreemde manier thuis, het tafereel doet me denken aan het Limburgse dorp waar m’n moeder opgroeide, waar ’s zondags na de mis de café’s vol zaten. Met verwondering kijk ik naar de wielrenners en hun glazen. Als ik nu bier zou drinken zou ik vanavond overal uitkomen, maar niet in Maastricht.

Fietsgeschiedenis

Even verder kruis ik het fietspad dat naar Namur en Dinant loopt, het fietspad naar Parijs. Dit is een van die plekken die bij m’n fietsgeschiedenis is gaan horen. Ik kwam hier voor het eerst langs in de kersttijd van 2016, op de eerste bagagetocht die ik beschreef. Ik kwam er weer langs bij het fietsen van de RV’s 7 en 2, en vorig jaar oktober naar Parijs. Leuk, maar het is goed zo. Ik ben hier nu vaak genoeg geweest, strik erom, nieuw avontuur. Ik maak een foto en fiets verder.

Je ziet die witte koe vooraan denken: zo’n fiets wil ik ook. Begrijp ik.

Gezelschap

De dichte bewolking laat de warmte een stuk vriendelijker voelen. De kleine wegen zijn leeg, ik ben alleen met een stel koeien. Op een hoek staat een grijs gebouwtje met een plaquette. Maarschalk Von Coburg (wie kent hem niet) leidde van daaruit op 18 maart 1793 de tweede slag bij Neerwinden. Zo’n stukje geschiedenis waarover ik me kan verbazen. Hier heroverde een samengesteld leger van de Habsburgse Monarchie de Zuidelijke Nederlanden op de Fransen. Anno nu is niet voor te stellen dat ruim twee eeuwen geleden de Oostenrijkers (de Oostenrijkers!) hier de baas werden. Na onder andere de Spanjaarden en de Fransen. Als je hier maar diep genoeg graaft kom je vast een dode Viking of Romein tegen, of stuit je op het vakantiehuis van Alexander de Grote. Geen wonder dat de Zuidelijke Nederlanden in 1830 een stel grenspalen in de grond sloegen: ‘dit heet nu België, en is van ons!’ Daardoor fiets ik vandaag in dit land waarvan ik houd.

Welkom

Het golven gaat over in glooien. De horizon verschuift ver van me vandaan, achter grote velden met gras en graan. De route volgt smalle asfaltwegen door de lege glooiingen. Ook hier is niemand. Langs de weg verschijnen boomgaarden met peren, appels en andere vruchten. De fruitstreek is begonnen, even verder heet de provincie Limburg me welkom. De (met recht) zelfverklaarde fietsprovincie, de provincie waar – maar dan aan de andere kant van de Maas – mijn familie vandaan komt. Het is leuk fietsen hier, nog 45 tot Maastricht.

Fietsen in Belgisch Limburg

Welkom in fietsparadijs Limburg.

Torenburcht in Brustem

Torenburcht in Brustem.

Torenburcht

De route raakt het randje van Sint-Truiden, maar gaat er niet doorheen. Bij Brustem kom ik langs een ruïne van een toren die in de steigers staat. Het lijkt op een molen waar de kap met de wieken vanaf is, het blijkt de Torenburcht te zijn, die hier al sinds 1170 staat. Bijzonder omdat het een van de weinige motteburchten is (een kasteel in de vorm van een toren, op een motte, een opgeworpen aarden heuvel) die behouden is gebleven.

Milder

Peren en appels worden kersenbomen, alleen maar kersenbomen. Hier en daar een veld met aalbessen (rode bessen), wiemerte in het Limburgs, m’n oma had een paar struiken in de achtertuin staan, de smaak vergeet ik nooit meer. Ik fiets over mooie, strakke betonwegen die de telers gebruiken om bij hun bomen te komen. Met vergezichten over de velden, af en toe een klim of afdaling en hele stukken vrijwel vlak. Niet heel spannend, wel fijn fietsen, al zijn het na verloop van tijd wel heel veel kilometers met fruitbomen. Ik zit in een andere modus dan gisteren. Toen was het hard werken, vandaag is alles milder, het landschap, de wegen, de warmte.

Aalbessen in de fruitstreek ten oosten van Sint-Truiden

Aalbessen (rode bessen) in de fruitstreek ten oosten van Sint-Truiden.

Johannes Paulus II bij de kapel in Helshoven

Johannes Paulus II bij de kapel in Helshoven.

Het beeld en het verhaal

In Helshoven eet ik een ijsje. De dame achter de ijsbakken heeft het over de helse buien van de afgelopen tijd. Die hebben in deze streek grote schade aangericht, al zou ik dat als argeloze Amersfoorter niet zeggen. Hagel heeft de kersen gekwetst, ze zijn beschadigd waardoor ze vatbaar zijn voor bederf. Aan de overkant staat een kapel uit de dertiende eeuw, met een levensgroot beeld van paus Johannes Paulus II in de voortuin. Wat doet Karol Woytyła (spreek uit Voitiewa) in het Belgische Helshoven?

De kapel is gewijd aan Maria (Onze-Lieve-Vrouw), in de hoedanigheid – Maria heeft vele gedaanten – van koningin van de Blijde Vrede. Het Mariabeeld dat het middelpunt vormt van de kapel is door Johannes Paulus II gezegend. Maar dat is niet de enige verbinding tussen JP II, het beeld en de vrede. Deze Poolse paus gaf zijn landgenoten moed, die op scheepswerven in onder andere Gdańsk met de Solidarność-beweging een geweldloze opstand voerden tegen het door de Sovjets gecontroleerde regime. Dat kreeg stilaan in de gaten dat ze het niet gingen redden tegenover iets dat zo breed gedragen werd. Het katholieke geloof zit diep in de Polen, de steun die Johannes Paulus zijn landgenoten gaf door zijn vele bezoeken maakte de roep om verandering nog zelfverzekerder. Als paus heeft hij zo een rol gespeeld bij het verlies van de greep van de Sovjet-Unie op Oost-Europa, waardoor uiteindelijk ook de val van de Berlijnse Muur mogelijk werd.

Thuis keken we live de bekendmaking van de nieuwe paus. “Habemus papam!” zei de kardinaal tegen het volle Sint-Pietersplein. “Een Poolse paus!” riep mijn moeder uit, voor wie de paus nog veel betekenis had. Ik kocht voor haar een boek over JP II, toen ik in 1983 in Rome was en vooraan in de Sint-Pieter zat toen hij daar de Paasmis opdroeg. Als achttienjarige droeg ik een speldje van Solidarność, in Kraków bezocht ik de kerk waar Woytyła als aartsbisschop voorging.

Tussen Heks en Bommershoven

Tussen Heks en Bommershoven.

Kasteel Terhove, bij Widooie

Kasteel Terhove, bij Widooie.

Een bericht

De boomgaarden dunnen uit en verdwijnen, de golven in het landschap worden korter, met bossen en akkers. Bij een pauze lees ik m’n appjes. Er zit een bericht tussen van een vriend en collega van me, als ik het open zie ik dat het geschreven is door z’n zwager. Die vriend heeft afgelopen donderdag, tijdens het klimmen in Yvoir (ten zuiden van Dinant) een hartstilstand gehad, gelukkig op de grond. Zijn dochters waarmee hij klom hebben hem gereanimeerd, hij ligt nu in coma in een Belgisch ziekenhuis. Er is vijftig procent kans dat hij het haalt.

Ik heb het stuur vast, maar voel het niet. Ik sta naast een Limburgs weiland, maar ben er niet. Hij is van m’n KMA-jaar, we hebben dezelfde humor, als luitenant zijn we begonnen bij hetzelfde onderdeel. We doen al jaren samen opdrachten, broeders in het kwaad. Buiten zijn bindt ons nog meer, bewegen, fietsen, ontdekken. Het kan helemaal niet, want waarom sta ik hier dan nog.

Hulpverlener

Onbewust glijd ik in m’n rol als hulpverlener. Dat is voor het laatst, vandaag is officieel m’n laatste dag als vrijwillig brandweerman. Vanaf morgen heb ik voor het eerst sinds december 2002 geen pieper meer. Met reanimeren red je mensen, maar lang niet allemaal. Soms niet eens als diegene met een hartslag de ambulance in gaat. Ik ga m’n vriend verliezen en moet me voorbereiden op een afscheid, straks, terug in Nederland.

Ik fiets verder, maar ik fiets hier niet meer. Dat was het telefoontje dat ik vrijdag gemist heb, van z’n zwager die me gebeld heeft. Pas weken later, als z’n vrouw me belt met het nieuws dat hij is bijgekomen, reageert, praat en weet wie hij is ga ik doormidden en sta ik te huilen in de keuken. Ik hoef niet meer als hulpverlener te denken, maar kan gewoon die vriend zijn, die dacht hem te zullen verliezen.

het hoogste punt van Haspengouw, bij Elst

Zendmasten op het hoogste punt (147 meter) van Haspengouw, bij Elst.

De Sint-Pietersberg

De Sint-Pietersberg in de verte.

Futiel

Van de omgeving maak ik weinig meer mee. De warmte krijgt ineens vat op me, het golven, het futiele van het hier nu zijn. Bij elke Mariakapel stop ik en bid ik, met alle bezieling die ik heb. Het helpt me, ik kan het even vertellen en het hoofd buigen. Ik richt me op het eindpunt, Maastricht. Fiets door en door, als een trein die niet te stoppen is. Mijn hoofd zit vol, m’n lijf heeft nergens last van. In Tongeren eet ik iets bij een snackbar, neem rust, drink wat en laat m’n gedachten los.

Herrie

Voorbij Elst ga ik een laatste hoogte over, het hoogste punt van Haspengouw, vanwaar ik de Sint-Pietersberg in de verte kan zien liggen. Na wat kronkelingen steekt de route met een brug het Albertkanaal over. Daar is een wielerwedstrijd aan de gang, met luidsprekers waaruit muziek schalt. Een verschrikking. Ik weet van het wielrennen van Dirk dat er op elke wedstrijd herrie lijkt te moeten zijn, maar niemand kan me vertellen waarom.

Grenspaal voor Maastricht

Grenspaal (de witte, rechts van het midden) voor Maastricht.

Intocht

Nog een paar kilometer. Op de NS-app check ik welke trein ik zou kunnen nemen, maar stop m’n telefoon weer weg. Ik ga de tijd nemen voor de laatste kilometers door Maastricht. De intocht na vier lange en warme dagen fietsen door Vlaanderen. ‘F… it’, denk ik bij mezelf, ‘ik ga niet haasten. Dan maar een trein later, ik wil het allemaal meemaken.’

Maastricht binnenrijden maakt indruk. Langs terrassen vol Maastrichtenaren en toeristen die genieten van de zuidelijke zomeravond, met een brug de Maas over, daarna rechtdoor naar het station. Een plek met betekenis en herinneringen, waar tochten startten en eindigden. Hier begonnen Dirk en ik in oktober 2015 met onze tocht naar Luxemburg-stad via de route van Benjaminse, hier kwam ik aan na het rondje Eindhoven-Dinant-Maastricht – het eerste verhaal op deze website. Vanaf hier ga ik ooit naar Rome fietsen.

Een voordeel van de trein naar Utrecht vanuit Maastricht is dat die er twintig minuten vóór vertrek al staat. Ik ben vaak een van de eersten die instapt, voor m’n fiets is er dan nog plaats genoeg. Bij de Kiosk koop ik wat te eten en te drinken, stap de trein in en installeer me.

De Maas in MaastrichtVerbonden

Om één minuut over acht komt de trein in beweging, met een overstap in Utrecht ben ik straks om half elf thuis. De zomeravond gaat door achter het raam. Met de huizen langs het spoor komen ook de afgelopen vier dagen voorbij. Het was een gave tocht, maar met 499 heuvelende kilometers ook een monstertocht. De etappes waren misschien iets te lang, maar de route was geweldig. Indrukwekkende plekken, mooie ontmoetingen. Ik kon de inspanning en de soms intense warmte goed relativeren, het was zwaar maar dat stond het plezier niet in de weg, m’n lijf heeft me weer verbaasd. Vlaanderen heeft zich van een mij onbekende, en onbekend veelzijdige kant laten zien. Brugge, de IJzer en zijn wrede geschiedenis, de torens van Diksmuide en hun bijzondere geschiedenis. Westhoekse schonen en de Vlaamse Ardennen. Poperings gebak en de verschrikkingen van Ieper. Legendarische hellingen en majestueuze bossen. Gekwetste kersen en een Poolse paus.

Vlaanderen, wat heb je veel geleden en wat heb je veel te bieden. Na vier dagen Vlaanderenroute voelt deze Hollander zich er nog verbondener mee.

Info over de Vlaanderenroute vind je onder andere hier, met knoppen om de gps-track (gpx-bestand) te downloaden of het verloop van de route te zien.

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.