Dit zijn weken van dingen doen. De weken vóór december, de maand die volloopt met de Sint, met kerstborrels en met de Advent – de aanloop naar Kerstmis. Samen met het begin van de zomervakantie is het begin van de kerstvakantie een moment dat een jaar in tweeën deelt. Een grens tussen einde en begin. De meeste van m’n opdrachtgevers, allemaal overheid, hebben een vorm van kerstreces waarin iedereen een stap terugzet en de blik richt op andere dingen dan werk. Het begin van de kerstvakantie is daarom een moment waarop ik dingen af wil hebben. Het Frits van Egters gevoel: op Oudejaarsavond moet alles klaar zijn.
Dus maak ik meters in de weken vóór het nieuwe jaar, de weken van nu. Er komt wat uit m’n handen, maar het gaat niet vanzelf. Om vijf uur is het donker, buiten is de wereld grijs en vochtig. Eenmaal binnen zegt iets in me ‘het is klaar vandaag’ en wil ik de bank opzoeken. The Crown kijken, het zeldzaam mooi vertelde verhaal, al valt de hele wereld in een eruptie van een laat ontwaakt bewustzijn eroverheen (dat het verhaal deels fictie is. Iets dat alleen een probleem zou zijn als de historische gebeurtenissen de essentie van het verhaal zouden vormen. Dat doen ze niet). Of The old man, met een fabelachtige Jeff Bridges, op Disney+. Dat moment moet ik zien te overwinnen, daarna kan ik weer door. Martijn Doolaard noemt het night mode. Als je z’n video’s nog niet gezien hebt is er nog veel te ontdekken.
Maar waar was ik. Dat heb je als je lang niet post, en er een opstopping in m’n hoofd is ontstaan van alles dat ik kwijt wil. Dingen doen. De weken niet voorbij laten gaan in donkerte en grijsheid. De schoonheid te zien in de natuur die zich terugtrekt en stil wordt. Dat kan alleen maar als je naar buiten gaat, fietst en ervaart. Met een muts op, oké. Met meer lagen en een regenjas aan, soit. Maar die natuur is er nog steeds, de donkere ochtenden waarin de zon blijft opkomen en lichte vlekken boven de horizon verspreidt. Gisteren had ik een overleg met Rijkswaterstaat Zee en Delta in Middelburg. Een deel van Nederland dat ik niet goed ken. Het blijven fietsen stak z’n vinger op: was dit geen kans? Dat was het.
Zondagmorgen vertrok ik, met de rijp op het gras en crispy winterluchten. Met veel wol aan en een muts op. Ik fietste over de Heuvelrug en door de Betuwe. Sprak met de schipper van de pont bij Culemborg, waarop ik de enige was die werd overgezet. Fietste de grijsheid in, ergens voorbij Sliedrecht begon de regen. Met alles aan deerde het me niet, ik volgde opnieuw de Maasroute richting Spijkenisse, nam de voormalige trambaan – nu fietspad – naar Hellevoetsluis en herleefde het RAVeL-gevoel. Onderweg luisterde ik naar het klarinetconcert van Mozart, met het tweede deel (op tijdstip 13:00 in de video) dat gebruikt werd in Out of Africa. En wilde ik weer Denys Finch Hatton zijn die met Karen Blixen over Oost-Afrika vliegt. En naar Ludovico Einaudi, die een hand op m’n schouder legt en met me naar het landschap kijkt. ’s Avonds op m’n hotelkamer in Hellevoetsluis kijk ik tv en val in College Tour. De gast van die avond is Einaudi, hij beantwoordt vragen, speelt, improviseert. Het moet zo zijn.
Gisteren vertrok ik in het donker vanuit Hellevoetsluis en fietste over eilanden, dammen en keringen naar Middelburg. Zag reeën, een vuurtoren in de ochtendzon, een veldrij-fietspad op Schouwen-Duiveland. Maakte Zee en Zeeland mee, november en nat (oké, die is van Acda en de Munnick), de natuur, buiten. Dingen doen, nu.
En oh ja, dag 2 van m’n tocht via de Maasroute staat erop. Wordt vervolgd. Fiets ze en tot nader!