Het heeft lang geduurd, maar de vijfde en laatste dag van m’n tocht naar Parijs, afgelopen oktober, is klaar. Ik heb een periode achter de rug waarin ik ongelukkig was en het schrijven moeizaam ging. Wat ik schreef heb ik vele malen herschreven, want het was slecht. Te veel standaardzinnen, te veel schoolmeesteren, te graag laten zien wat ik kan. Slecht. Ik merk aan m’n schrijven hoe ik me voel.
Totdat ik op Pinkstermaandag voor de vierde keer de Fietselfstedentocht uitreed. Het waren de Friezen, het was de sfeer, het was de collegialiteit onder de fietsers. En het was m’n lijf, dat het allemaal zonder een enkele hapering deed. Toen ik ’s avonds om tien voor tien, na ruim 12 uur netto fietstijd over de finish kwam was ik er weer. De zware gedachten liet ik achter in de Friese weilanden, op de dijk naar Holwerd, met windkracht 5-6 tegen, langs de IJsselmeerkust bij Stavoren. Bij de vrouw die me zo warm feliciteerde in de grote feesttent, de laatste stempel zette en mij m’n medaille gaf.
Ik ben er weer. En schreef vandaag het einde aan het verhaal van de tocht naar Parijs.