Te oordelen naar de titel zou dit bericht kunnen gaan over de resultaten van een langlopend onderzoek naar de leegloop van kerken. Is het de centrale rol van gezondheidsondergravend druivensap? Dan toch de emissie van fijne roetdeeltjes door de verbranding van kaarslonten. Niets daarvan, dit bericht gaat over een vroege maandagmorgen. Een morgen waarop ik niets miste.
De vogels fluiten, een merel zingt door de nog maagdelijke morgenlucht. Het licht valt door het slaapkamerraam, licht zonder stralen, als bij een onvindbare lamp die een ruimte beschijnt. Het is zes uur, ik word wakker en overweeg wat ik ga doen. Doorslapen? En dat licht dan, die vogels? Ik sta op, schiet een broek en shirt aan, loop naar beneden en zet koffie. Draai een tuindeur van het slot en ga buiten zitten. Ik heb de wijk voor me alleen. De lucht is blauw, boven de daken van de huizen links wordt een gele vlek steeds intenser. De zon komt op in de frisse ochtendlucht. Ik blijf zitten, drinkend van m’n koffie, met in m’n hoofd honderd verhalen van zomerochtenden. Heel even bestaat de wereld alleen uit de onbedorven eenvoud van een zon, de lucht en de vogels. Ik werp een ankertje uit, zet een streepje op een lat. Wat er vandaag ook gebeurt, wat ik vandaag ook zie, lees of hoor, hier was ik bij.
Afgelopen week viel bij ons thuis de term FOMO, fear of missing out. De angst dat gebeurtenissen aan je voorbijgaan en jij die eenmalige kans om eraan mee te doen gemist hebt. Misvrees. Het is een voorbeeld van het mechanisme dat we de wereld scheppen naar onze ervaring ervan. Een regenbui is vallend water. Onder een waterval geeft dat de triomf zelf mee te spelen in een scene uit die film (voor de zekerheid er even achter kijken. Soms wacht daar een schat, een piratenskelet of geheime Indiana-Jonestunnel). Onder de douche maakt het ons schoon, wakker of rustig omdat we een vast ritueel volgen. Bij het de deur uitgaan is vallend water ineens de vijand. Herhaal deze zinnen tegen iemand en er volgt een reeks redenen en rechtvaardigingen voor die vijandschap. Maar het is echt alleen vallend water.
Toen we de auto wegdeden was er een enkeling die reageerde met “dan kun je toch niet overal meer naar toe?” Mijn reactie was dezelfde als bij gesprekken met mezelf, bij de afweging van de voors en tegens van een autoloos bestaan. “Met de trein, fiets of – als het niet anders kan – een deelauto kom je wel degelijk overal. Het is soms alleen wat meer gedoe”. Nu, bijna een jaar verder, is m’n gevoel verschoven. Misvrees is iets dat we zelf met ons doen, we kunnen het ook zelf weer laten verdwijnen. Ik voel niet langer de noodzaak te rechtvaardigen dat ik ook zonder auto overal kom. Ik hoef niet overal naartoe. Dat lukt me niet eens. In de korte tijd dat ik op aarde rondloop ben ik op een fractie geweest van alle plekken waar ik zou willen zijn. Ik heb een piepklein deel bezocht van alle mooie plekken in Europa. Ik heb maar een deel gezien van alle moois dat we in Nederland hebben.
Zoals die zonsopkomst, op die stille, frisse maandagmorgen in april.
De afgelopen weken is er veel gebeurd. Ik heb alle informatiepagina’s van dezelfde, nieuwe vormgeving en indeling voorzien, een aantal daarvan heb ik volledig herschreven. Daaronder ook een nieuwe pagina, een monster-pagina over fietsonderdelen, waaraan ik lang gewerkt heb. Ik hoop dat je er iets mee kunt. Ook is dag 9 van m’n tocht naar de Middellandse Zee eindelijk te lezen. Meer volgt, tot nader!