Foto hierboven: alles uitgestald, rustdag op camping Acquafraggia, Borgonuovo.
M’n lijf blijft in het ritme van de afgelopen dagen, ik word na acht uur slapen wakker. Uitslapen zoals ik dat als tiener of als jongvolwassene kon lukt me niet meer. Dat hoeft niet, ik mis het niet. Op deze tocht heb ik zelden een wekker nodig. Als ik ’s avonds gegeten heb en de douche- en poetsrituelen zijn afgewerkt, geef ik me over aan de zalige moeheid en ga ik slapen. Thuis is er altijd nog dat stuk dat ik wil schrijven of die aflevering die ik wil zien. Hier is er alleen het zwakker wordende avondlicht dat me als vanzelf naar bed stuurt. Als ik m’n moeheid toelaat, vind ik een ritme waarbij om zes uur opstaan volslagen natuurlijk voelt. Vandaag hoef ik daarom niet bij te slapen, alleen uit te rusten.
Routine
Een rustdag is ook een doe-dag, een dag met een planning. Ze geeft me de kans om alles te wassen, te laten drogen, schoon te maken en op te laden. Die kans mag ik niet voorbij laten gaan. Er is maar één ding dat tijdkritisch is. Wassen, of beter gezegd: het drogen van de was. Dus dat moet eerst. Met m’n flesje wolwasmiddel en alles wat ik de afgelopen dagen heb gedragen ben ik de enige die in het washok aan het spoelen en uitknijpen is. Op een ander tijdstip zou ik niet de enige zijn, maar wel de enige man. Als huisman met certificaat doe ik thuis de was, de routine zet zich hier voort. Om half negen hangt alles te druppelen aan m’n hightech waslijn. Ik doorgraaf m’n tassen, haal er alles uit wat nat is geweest en nog vochtig zou kunnen zijn en leg dat te drogen. Eerst je uitrusting, dan jezelf, dat is gebleven nadat ik het leger verliet. Tijd voor ontbijt.
Eten
Een rustdagfout die op de loer ligt is te weinig eten. Om een rustdag z’n werk te kunnen laten doen doe ik geen gekke dingen. Geen wandeling van tien kilometer of een dag slenteren door Chiavenna. Weinig doen is thuis gekoppeld aan weinig eten, hier zou ik mezelf eigenlijk vol moeten stoppen. Met de gefietste dagafstanden en hoogtemeters krijg ik op een gemiddelde fietsdag niet bijgegeten wat ik verbrand heb. Ik teer in. Veel kwaad kan dat niet, maar het heeft een grens. Toen ik aan wedstrijdatletiek deed en zes keer per week trainde, ging ik in wedstrijden hard, maar liep ik op een gegeven moment wankelend de trap op. M’n lijf was bezig m’n spieren op te eten omdat het te weinig brandstof kreeg. Ik vroeg veel en gaf te weinig. Dat gevaar is er nu niet, maar om met sterke benen aan Italië te kunnen beginnen moet ik eten, meer dan de honger me vertelt.
Rustgevend
Opladen is een ander rustdagding. Het meeste laad ik op tijdens het fietsen, met de Forumslader in de balhoofdbuis van m’n frame. Dat lukt niet met alles, zoals bij m’n iPad die in een achtertas zit, buiten bereik van de USB-aansluiting van de lader. Daar heb ik over nagedacht. Opladen in een sanitairgebouw (zonder zicht op je spullen) is op grotere campings niet rustgevend. Veel campings hebben blauwe, driepolige CEE-stopcontacten waar een gewone stekker niet in past. Wel met een adapter. Die heb ik bij me en die werkt. Great success!
Match
Met het meegenomen frommelrugzakje (een minimalistisch ding van Osprey dat je in z’n eigen zijzakje frommelt, weinig ruimte inneemt en voor het boodschappen doen ideaal is) op m’n rug loop ik de camping af, naar de CRAI in het dorp. Een weerzien met Italië en met de dingen die het fietsen in dit land zo leuk maken. Fietsen is eten, Italië is eten, de perfecte match. Broodprijzen gaan hier niet per stuk, maar per gewicht. Volkoren is integrale, natuurlijk, niet aux céréales, da’s Frans. Er is weer dik ongezoet abrikozensap in literpakken en zelfs in de kleinste buurtsuper een hele rits koekjes waaruit je kunt kiezen. De koek die ik zoek hebben ze hier niet, maar die ga ik deze tocht vinden. Ik koop eieren (uove), pasta en een pot Barilla-prut. En ga met een rugzak vol eten terug naar de camping.
Een los ei!
De zon is sterk, de waterval ruist in de verte, op een bord naast de kerk staan aankondigingen van wie overleden is. Bij de tent is het weer etenstijd en tijd voor de rustdagtraditie. Eieren bakken. Dat gaat net als op onze grote reis in de kleine titanium pannendeksel. Daarvoor heb ik een flesje olijfolie bij me en een plastic spatel. Brander op fluisterstand, eerst deksel heet laten worden, dan de olie erin (zodat die in de poriën van het uitgezette metaal komt, vertelde een pannenexpert me ooit) en eieren erin. Niet meteen gaan schrapen, eerst laten stollen en precies op het juiste moment voorzichtig de randen optillen en eronder schuiven. En dan het verlossende woord, het sein “we hebben een los ei!”. Ook traditie op reis. Ik app een foto naar Elsbeth. Ik mis haar.
In de verte hoor ik een carillon een melodie spelen. Ik herken het, maar kan het pas benoemen als ik mee-neurie en stilaan meezing. Het is het Salve Regina (luister ook ‘ns naar deze versie) een kerklied over Maria. Salve, salve, salve regina. ‘Gegroet, o koningin.’ Op m’n iPad schrijf ik het bericht van 12 juli, bekijk in (de e-book versie van) gids 2 de fietsdag van morgen en gooi overbodige opnames weg die ik met m’n videocamera heb gemaakt. Internet nog wat, werk de statistieken bij. Eet.
Nieuwe geschiedenis
Ik loop naar de waterval. Ik was thuis van plan om m’n telefoon hier Ti Sento van Matia Bazar te laten spelen. Het nummer dat keihard opstond toen we hier in september 2000 over de camping liepen om een tentplek te zoeken. Ik doe het niet. Het zou melodramatisch zijn, dit is een andere tocht, een nieuw avontuur waarop ik nieuwe geschiedenis schrijf. Als ik het nu, bij het schrijven hiervan, hoor is het goed dat ik het toen niet gedaan heb. De herinnering koester ik zoals hij is.
De pan pasta is goed eten. Ik zet m’n fiets onder de boom, het lijkt vannacht te gaan regenen. M’n kleren zijn droog, net als al m’n spullen, het zit weer in de tassen. Klaar voor morgen. Dan begint Italië vanaf de weg, het deel van de tocht waar ik het meest naar uitgekeken heb. Het is ook het deel waarvoor ik me schrapzet. Na de bergen komt de Povlakte, waar het zal schroeien, en Toscana waar de lucht zal trillen en de klimmen bruut zijn. Het mag allemaal, ik ben er klaar voor. M’n schoenen gaan in een plastic zak, vanaf morgen fiets ik met m’n Teva-sandalen. In de warmte fietst niets lekkerder. Ik doe de rits dicht en slaap.
27 april 2022 om 22:04
Ik gebruik een oldschool campinggas brandertje. Mss best een extra gasbusje meenemen. Heb jij trouwens altijd zelf gekookt? Btw. Ik ben eruit. Het wordt de route van Reitsma voor mij. Belangrijkste reden is dat ik de route van Benjaminse voor een groot stuk gedaan heb toen ik de Groene weg reed vorig jaar. De Elzas, Vogezen… ken ik ondertussen. Ik kies voor een trip door Duitsland.
9 mei 2022 om 18:03
Beste Marc,
Op de dagen dat ik kampeerde heb ik – op een enkele uitzondering na – zelf gekookt. Als je daarvoor kiest en je op gas kookt zou ik zeker een extra gastankje meenemen. In Frankrijk zijn die op veel plaatsen te krijgen (met andere landen geen ervaring), maar ik zou me daar niet afhankelijk van maken. Zelf heb ik deze tocht op benzine gekookt, ik had aan een 0,6 liter fles genoeg (en benzine is overal te krijgen). Ik kan je de tip geven een paar instantmaaltijden mee te nemen, zoals noedels. Mocht je dan een keer stranden, heb je in elk geval snel een pan eten klaar. Succes met je voorbereidingen, groet, Piet.
5 juli 2023 om 18:18
Dag Piet,
binnenkort ga ik mbv de Benjaminse route naar Italië fietsen. Vandaag las ik met heel veel genoegen jouw verslag van je Rome-reis: heel prettig geschreven, ik hou van je woordgebruik !
Bij je verslag van dag 11: *rustdag op camping Acquafraggia, Borgonuovo* een foto vd stroomvoorziening. Is jouw adapter linksboven (lijkt compact) of rechtsonder(standaard) ingeplugd? M.a.w. een soort tussenstekker of een combi v 3en2-polige (contra)stekker? Gewicht? Kooptip? Sportieve groet, Tina
5 juli 2023 om 23:00
Beste Tina,
Bedankt voor je reactie en bedankt voor je compliment. Mijn CEE-stekker-adapter zie je linksboven op de foto ingeplugd, met het lichtgrijze middendeel. Het is een tussenstekker (adapter) met aan de ene kant een driepolige stekker die je in de kast bij je kampeerplaats steekt, aan de andere kant een tweepolig stopcontact voor bijvoorbeeld je telefoonlader. Ik heb ‘m net op de keukenweegschaal gelegd: hij weegt 154 gram. Ik heb hem zelf hier gekocht. Ik noem de adapter ook op de info-pagina over de Rome-tocht (www.laatvoorheteten.nl/naar-rome-informatie). Veel plezier op je tocht! Groet, Piet.