Al houd ik van het najaar en van de winter, januari begint aan me te knagen. Ik heb er genoeg van. De winter is nat dit jaar, net zo nat als het afgelopen najaar. Zoals ik ondervond op m’n tocht naar Berlijn in oktober. Vanavond schreef ik de laatste regels van het verhaal over dag 3 van die tocht: van Darfeld naar Gütersloh. Nu te lezen. Ik zal eerlijk zijn: ik ben er nog niet over uit of dit de manier is. Als ik zo doorga, is het hele verhaal tegen de zomer klaar, en liggen er inmiddels nog zeker drie tochten om beschreven te worden. Maar ik vertel graag, wat me bezighoudt, wat me raakt en wat me overkomt. Ik ben er nog niet uit.
Terug naar deze winter. Vanmiddag keek ik uit het raam. Ik had zin om Mijnheer van Eijsden uit de garage te halen, op een trein te stappen en een tocht te maken. Brander mee, spullen mee, naar buiten. Maar dan zonder gedoe, zonder wind die me terugduwt, zonder regen en zonder die verrekte grijsheid waarmee ik hartgrondig klaar ben. Warm hoeft het niet te zijn, het mag zelfs vriezen. Maar weergoden, toon mij het februarilicht, dat sterker is en langer duurt. Laat me het blauw zien van de lucht, laat m’n ogen knipperen in de zon. Ik moet het hoofd buigen, ik zal deze natte winter moeten uitzitten.
Ondertussen is Project L gestart. Op 6 januari was de aftrap, in een Drents dorp. Ik kan niet wachten, maar moet ook op dat vlak geduld hebben. Een vervolgstap zette ik afgelopen woensdag, ook in Drenthe. Ik fietste van Assen naar de plek waar ik moest zijn, met het plan om van daar een heel stuk terug naar huis te fietsen. Maar windkracht vier tegen, de dikke grijze wolken en de striemende regen maakten dat ik na m’n bezoek tegen mezelf zei: ik doe het niet, gewoon niet. Ik ben nat genoeg, het wordt een strijd tegen de elementen en verder helemaal niets.
Excuus voor de mistroostigheid, beste lezer. Het komt wel weer goed. Precies twee weken geleden hoorde ik ’s ochtends de eerste merels bij het aanbreken van de dag. De toekomst brengt nieuwe plannen, het ontwaken van de natuur en een groot nieuw avontuur. Ik ga verder met het verhaal naar Berlijn. Daar ben ik wel al uit. Tot nader, en houd nog even vol.